Circumpolaire sterren
Op de meeste locaties op aarde is de hemelse noordpool of de hemelse zuidpool zichtbaar aan de hemel, op enige afstand boven de horizon. Voor een waarnemer op zo'n locatie lijken de sterren rond de hemelpool te draaien naarmate de tijd verstrijkt: elke ster beschrijft een cirkel aan de hemel, met de cirkel in het midden op de hemelpool waarnaar de aardas wijst. Op de twee punten waar een cirkel de horizon van de waarnemer kruist, de ene oostwaarts en de andere westwaarts, zal de betreffende ster respectievelijk opkomen en ondergaan. Voor sterren die dicht genoeg bij de hemelpool staan, zal de getekende cirkel volledig boven de horizon liggen. Onze waarnemer zal deze sterren nooit zien opkomen of ondergaan. Deze sterren die nooit ondergaan, worden circumpolaire sterren genoemd.
Welke sterren circumpolair zijn, hangt af van de geografische breedtegraad van de waarnemer en van de declinatie van de ster – de declinatie is de hoek tussen de locatie van de ster en de hemelequator. Op het noordelijk halfrond is een ster circumpolair als de declinatie groter is dan 90° min de breedtegraad van de waarnemer. Op het zuidelijk halfrond moeten we er rekening mee houden dat zowel de zuidelijke breedtegraden op aarde als de zuidelijke declinatiewaarden een minteken hebben. Rekening houdend met deze tekens is een ster op het zuidelijk halfrond circumpolair als de declinatie kleiner is dan –90° min de breedtegraad van de waarnemer.
Gerelateerde termen:
• Declinatie
• Breedtegraad
• Aardas